Het stadserf 19 in park C, breed 30 voet en lang 190 voet, wordt in 1614 voor ƒ 4.910 gekocht door Abraham Anthonisz waarna deze het 70 voet lange voorste gedeelte overdoet aan mr. Comelis Sasbout het resterende achtergedeelte, lang 120 voet, deelt Abraham Anthonisz met Pieter van Aecken. Deze drie personen verkopen het gehele erf in 1618 aan de metselaar Jan Egbertsz, die ook al Herengracht 2, 138, 140, 142, 144 en 168 heeft gebouwd. Hij zet er spoedig na aankoop een huis op. Na voltooiing wordt dit gekocht door Willem van der Does [1547-1624] ontvanger der convooien en licenten tot 1584, hoofdschout 1584-1620. Aan hem behoort de bekende brouwerij ’t Lam aan het Singel bij het Koningsplein heeft toe. Willem heeft het huis bewoond dat na zijn dood overgaat op zijn weduwe Maria Goverts Glimmer [1554-1634] die er in 1631 met haar kinderen woont.
Vervolgens wordt het huis eigendom van haar zoon, de koopman en reder Simon van der Does [1584-1652], lid van de raad 1618-1652, schepen in 1621 en 1623 en hij is notaris en secretaris 1594-1646. Simon verkoop het huis in 1634 aan Salomon Henrix [1566-1646], die er in gaat wonen. Salomon is in 1625 als weduwnaar van twee vrouwen, Grietge Jans Beth en Catharina Jans Visscher, weer hertrouwd met Anna Bloemaert. Salomon’s dochter Catharina Henrix trouwt in 1646 met mr. Willem van der Does, een zoon van de eerder genoemde Simon van der Does. Dan komt het huis op naam van de kooplieden Hendrik en Carel Gerard [1608-1673]. Carel Gerard laat een huis bouwen op Herengracht 386 rond 1663.
Rond 1703 is de advocaat mr. Floris Vlaming of Vlamingh eigenaar en bewoner van het pand, hij is in 1678 getrouwd met Christina van Beeck, een dochter van Pieter Lucasz van Beeck van Herengracht 134 en hij hertrouwt in 1696 met Agneta of Agnes Blok Dirksdr [†1719], weduwe van Anthony Blok de Jonge. Bij haar huwelijk in 1696 woont ze al in dit huis, mogelijk heeft ze het huis door erfenis gekregen. In 1704 bezingt de zoon van Floris, Pieter Vlaming [1686-1734] in de Dichtlievende uitspanningen van J.B. Wellekensen P. Vlaming de vijf wandschilderingen van de schilder Barent Graat. Die vijf wandschilderingen bevinden zich dan in het huis en zijn in genoemde Uitspannigen zijn afgebeeld. Agneta Blok blijft als weduwe in het huis wonen, ook na haar huwelijk in 1706 met de advocaat mr. Paulus Verrijn. Uit haar nalatenschap wordt het pand in 1719 voor ƒ 52.900 op de veiling gekocht door de doopsgezinde koopman Lucas van Beeck, die het tussen 1739-1742 bewoont, de huurwaarde van het huis wordt in 1742 gesteld op ƒ 1.900. Lucas en Johanna Teyler krijgen kinderen, Lucas, die in 1736 getrouwd is met Maria Teyler, Thomas en Francina van Beeck. De weduwe van van Beeck, Johanna Teyler woont er in 1757.
In 1759 verkopen de kinderen van Lucas van Beeck het pand voor ƒ 40.500 aan de koopman Isaac van Goudoever [1713-1793] van Herengracht 127. Isaac van Goudoever is kolonel der burgerij van 1773-1787 en sinds 1749 getrouwd met Agneta Ermina de Lange [1725-1789].
Waarschijnlijk heeft Isaac van Goudoever het huis laten ver- of herbouwen in zijn huidige vorm met een strenge gevel onder echte lijst met consoles, friesvensters en attiek met daarop vier vazen. Isaac van Goudoever verkoopt het huis in 1778 voor ƒ 82.000 aan Elisabeth van de Wall, weduwe van Dirk Steen. Hij verhuist dan zelf naar Herengracht 248. Na haar dood wordt het pand in 1782 toebedeeld aan Johannes van de Wall, die in 1780-1781 ook als bewoner is geregistreerd.
Na zijn dood wordt Herengracht 180 in 1784 op de veiling voor ƒ 71.500 (met ƒ 2.300 aan ornamenten enz.) eigendom van Benjamin Hoogenbergh [†1790] van Herengracht 186. Zijn weduwe Catharina Suzanna van Affelen hertrouwt in 1791 met de medicus dr. Laurentinus Wetzier uit Dirksland. Dit echtpaar heeft het pand bewoond van 1793 tot 1800.
Rond 1802-1805 is de koopman Arnoldus Ameshoff Hermanusz [1749-1810] via de erfenis eigenaar geworden van het huis. Ameshoff is 1779 getrouwd met Maria Agnes Hamerster, dochter van Ludewig Hamerster en Adriana Agneta Hogenbergh. In 1805 woont in het huis Adriaan Teyler van Hall, hij is afkomsig van Herengracht 126 en 147. Hij betaalt dan ƒ 1.900 huur per jaar. In 1814 woont er de geneesheer dr. Nicelaas Wilhem Rauwenhoff [1768-1818]. Hij is sinds 1798 getrouwd met Hendrina Petronelia Meynts [ 1774-1828] dochter van Anthony Meynts van Herengracht 52. En van 1816-1817 woont er J.E.Lublink en 1819 de makelaar Johannes Andreas Jolles [1771- 1834], lid van de raad 1797-1801. Hij is sinds 1800 getrouwd met Hendrika Stoopendaal [1782-1847]. Dan is de koopman Floris Kramp eigenaar en bewoner van Herengracht 180.
Zijn weduwe Elisabeth Gerarda Meynts [ 1773-1848] en zuster van bovengenoemde Hendrika Petronelia Meynts, woont er in 1828 met haar zoon, de makelaar Anthony Kramp. En in 1837-1845 met haar tweede zoon Albertus Hendrik Kramp (Wed. Kramp & Zoon, geb. Meynts in oliën). Haar dochter Jacaha Albertina Kramp [1795-1848] en ze is in 1827 getrouwd met Jacob Kool [1796-1865] kapitein-luitenant ter zee en later inspecteur van het loodswezen. Bij boedelscheiding in 1850 wordt het huis toebedeeld aan de beide minderjarige kinderen van genoemde dochter Jacob Kool, die later predikant wordt, en Sara Johanna Hendrina Kool die later getrouwd is met ds. Jacobus Bergsma. Zij verhuren het pand en tussen 1851-1852 en woont er de commissionair H.Kerkhoff in. In 1854 wordt het huis voor ƒ 27.900 verkocht van de suikerraffinadeur Jan Barend Beuker [1804-1877] lid van de firma Beuker& Hulshoff en lid van de raad 1851. Hij gaat erin wonen en koopt in 1861 ook Herengracht 207. Na zijn dood wordt het huis toegewezen aan zijn vrouw Elisabeth Antoinette Philippine Buys [1822-1896] die in het huis blijft wonen. Ze verkoopt in 1882 voor ƒ 59.900 het huis aan Nicolaas van Taack Tra Kranen [1819-1890]. Ze is de zoon van Isaac Tra Kranen, eigenaar van Herengracht 50 en 501, directeur van de Nederlandse Handelmij in 1853, lid van de Raad van State in 1866, minister van koloniën in 1866-1867, president van de Nederlandse Handelmij in 1874-1889 en staatsraad in bijzondere dienst in 1876. Hij heeft het huis bewoond met zijn vrouw Ida Helena Harting [1827-1902], maar verkoopt het huis in 1889 voor ƒ 45.000 aan de commissionair Frans Hendrik Heijbroek J.D.zn, die erin gaat wonen en erin blijft wonen, ook nadat het huis in 1895 voor ƒ 75.000 gekocht is door de gemeente Amsterdam.
In 1901 wordt het voor ƒ 50.000 eigendom van Gijsberta Jacomina Steen, weduwe van Johannes Rebel, voorheen wonend op Vondelstraat 22. Ze verkoopt het pand hetzelfde jaar voor ƒ 57.000 aan Esther Maria en Theodora Antonia Evers, die erin gaan wonen. Ze kopen in 1902 voor ƒ 23.000 ook 178. Rond 1909-1916 woont er Wilhelmus Josephus Rudolphus Dreesmann, directeur van de manufacturenhandel Vroom & Dreesmann en bekend collectioneur. In het stadsarchief zijn nog veel oude foto’s van zijn Amsterdam verzameling te vinden.
In 1916 wordt het huis voor ƒ 55.000 gekocht door Het Groot Noordhollandsch Begrafenisfonds in de Rijp, dat na 1920 de naam Groot Noord-Hollandsche Vereeniging van Levensverzekering en Lijfrente krijgt. Zij maken er kantoor van voor eigen gebruik. Maar de ongebruikte gedeelten worden als kantoor verhuurd. Zo zit er in 1920 de firma Voûte & Co. en van Duyvené de Wit & Co. In 1928 de NV Hollandsche Koopmansbank en de NV Financiële Mij Kreuger & Toll die rond 1930 naar Keizersgracht 647 verhuisd. De Groot Noord-Hollandsche koopt ook de naastgelegen panden en vestigt het hoofdkantoor rond 1970 in het naastgelegen pand 182 onder de naam Ago Levensverzekering Mij Nv. Kijk onder AGO voor de details.
In juni 1984 verlaat AGO alle panden aan de Herengracht en vertrekt naar Den Haag, het nieuwe hoofdkantoor. Hierna komt de merchant bank Kempen in Herengracht 180 en 182. Zij bouwen in 2000 een nieuw kantoor in Amsterdam-Zuid, een onderdeel van het WTC, waarna ze dan in 2002, onder de naam Dexia, naar toe verhuizen. En ze nemen de zon mee, het blijft onderdeel van hun logo, dat in 2003 weer opnieuw verschijnt, als het bedrijf weer zelfstandig wordt. Ook in de naamgeving van hun producten, zoals beleggingsfonds 'De Zonnewijser' bijft het nog lang voortleven.
In november 2013 verwerft Harvest & Millten Herengracht 180 en 182 voor € 7,135 mln. Harvest & Millten is ontstaan uit de samenwerking van de belegger Harvest en de ontwikkelaar Millten halverwege 2013.
En in de panden komt o.a. het bedrijf Rockstart, een bedrijf dat startups help met “opstarten”. En daarvoor stelt het dan ook bedrijfsruimte beschikbaar aan de nieuwe startups.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.